August 07, 2023

Boekrecensie: Roderick Leeuwenhart – De Heren XVII (De Zwijgende Aarde 6)


De Heren XVII
van Roderick Leeuwenhart is het zesde deel van De Zwijgende Aarde serie. Deze serie bestaat uit inmiddels zeven diverse en los te lezen boeken van verschillende Nederlandse auteurs die zich afspelen in hetzelfde universum. In dit universum heeft de mensheid zich uitgestrekt over het zonnestelsel, gedomineerd door de van oorsprong Nederlandse VAHA, de Vrije Algemene Handelsorganisatie Aarde, een VOC-achtige organisatie. Dit geeft het universum een Nederlands tintje dat overal zichtbaar is, van de namen van personages tot het gebruik van ‘drek’ als stopwoord ter vervanging van ‘shit.’ De centrale achtergrondgebeurtenis waar het universum van de serie omheen gebouwd is, is het plotseling wegvallen van alle communicatie met de aarde: de Zwijging.
 
De Heren XVII speelt zich, net als het vorige deel IJsbrekers, af ná de Zwijging. De communicatie tussen de Aarde en de rest van het zonnestelsel is hersteld, maar om het hoofd boven water te houden heeft de VAHA op Aarde forse concessies moeten doen aan conventionele overheden, met de Europese Unie voorop. De organisatie is zijn aloude dominantie over de Aardse politiek daarmee grotendeels verloren, maar is nog altijd machtig genoeg om plannen te smeden om terug te keren aan de top van de politieke voedselketen. Een aanslag op een orbitale fusiereactor (gebouwd ter vervanging van de gefaalde zonnecollector waarmee de Zwijging oorspronkelijk begon) biedt aanleiding om deze plannen in gang te zetten. Hier maken we voor het eerst kennis met de top van de VAHA: de Heren XVII. Deze zeventien bestuursleden (niet allen mannen) worden aanvankelijk voor het karretje gespannen van de Indonesische prinses en Heer Siti Suryangha. Ze zet de getroubleerde meesterstrateeg Milan Zhou in voor de concrete uitvoering van haar plannen, maar al snel raakt Milan in de knoop met zijn geweten. Wanneer Suryangha op politiek vlak in de problemen komt, begint Milan zich af te vragen of ook hij niet voor een karretje gespannen is – en wiens karretje zou dat dan eigenlijk zijn?
  
De VOC-connotaties van de VAHA komen in dit deel van de serie extra duidelijk naar voren. Waar de connectie in eerdere delen nog impliciet was, komen de Heren XVII expliciet uit voor hun koloniale erfenis. De VAHA is diverser dan de VOC, met Heren van, zoals genoemd, Indonesische afkomst, alsook Duitsers, Turken, en andere niet-Nederlanders. Ze tonen echter allen openlijk bewondering voor de VOC, haar topmannen, en haar ‘succes.’ De namen van hun schepen symboliseren dit, en de naam van hun college is rechtstreeks overgenomen van de VOC, maar de meest concrete connectie tussen de twee organisaties is hun handelen. Net als de VOC heeft de VAHA een meedogenloos winstoogmerk en worstelt ze met haar verwevenheid met verschillende overheden – de VOC de Nederlandse regering, de VAHA de Europese Unie. Wat echter ontbreekt, en extra jammer is juist vanwege de VOC-connectie, is het perspectief van zij die buiten deze symbiose staan. Het gedrag van de koloniën en hun bewoners wordt exclusief beschreven vanuit dit Aardse perspectief. Dit is een gemiste kans om de koloniale ervaring in de schijnwerpers te zetten en te verbinden aan het handelen van de politieke top. Dit wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de kracht van er wél beschreven wordt. De Heren XVII vormen een slangenkuil van ambities, competitie, en verstrengelde belangen, en de verhouding tussen de Heren en degenen die hun plannen daadwerkelijk uitvoeren – zoals Milan Zhou – is erg overtuigend. Siti Suryangha in het bijzonder is een overtuigend personage, ook al mist ze net dat stukje scherpte dat bijvoorbeeld een Chrisjen Avasarala (The Expanse) tentoonspreidt. Combineer dit met een groot aantal erg vermakelijke actiescenes en je hebt een boek dat loopt als een trein. 
 
In de actiescenes komt Leeuwenharts welbekende affiniteit met Japan ook sterk naar boven. De logge slagschepen van de VAHA (“galjoenen,” aldus Milan) krijgen te maken met wendbare ruimtemechs, waardoor de VAHA gedwongen wordt om haar eigen tactieken en strategie kritisch te revalueren. Doorontwikkelde tall ships in de ruimte meets Gundam. Persoonlijk heb ik weinig met dit aspect van Japanse cultuur, maar de vlotte schrijfstijl gecombineerd met een flinke dosis zelfbewustzijn (de mechs worden in eerste instantie beschreven als “een Japanse koortsdroom”) weten toch te overtuigen. De climax van het boek vindt plaats in en rond het VAHA-hoofdkwartier in Amsterdam, waarbij orbitale bombardementen samenkomen met bovengenoemde mechs, Amsterdamse landmarks, een gezonde dosis cyberwarfare, en diplomatieke back channels – alle ingrediënten voor een fantastische actiescene, en Leeuwenhart stelt niet teleur. 
 
Zoals alle delen van De Zwijgende Aarde is De Heren XVII een vrij dun boek, met net boven de 200 pagina’s. Hierdoor voelt het boek soms enigszins gehaast. Dit verhaal had met gemak een boek van 500 pagina’s kunnen vullen, en was daar waarschijnlijk beter van geworden. Echter, met vijf voorgaande delen, die de achtergrond van de gebeurtenissen in het boek schetsen en in het algemeen substantie geven aan het universum, is dit geen groot minpunt. Wat overblijft is een overtuigende politieke SF-actiethriller gecentreerd rond een aspect van het Zwijgende Aarde-universum dat we nog niet eerder gezien hebben, met overtuigende personages, een vleugje historische diepgang, en fantastische actiescenes.
 
4/5 sterren
 
Roderick Leeuwenhart – De Heren XVII (De Zwijgende Aarde 6)
Leiderdorp: Quasis Uitgevers, 2021
ISBN: 9789492099501

August 01, 2023

Boekrecensie: Johan Klein Haneveld – De Laatste Verkenner


De Laatste Verkenner
is de nieuwste sciencefiction verhalenbundel van Johan Klein Haneveld. Dat Klein Haneveld goede scifi kan schrijven mag inmiddels als bekend verondersteld worden, met een halve bibliotheek aan geschreven boeken en verhalen, waaronder pareltjes als Het Denkende Woud en bijdragen als lopende series zoals Acmala (Dizary) en IJsbrekers (De Zwijgende Aarde). In De Laatste Verkenner laat hij opnieuw zien dat hij verstand van zaken heeft.
 
 
Zoals vrijwel elke bundel bevat De Laatste Verkenner sterke en minder sterke verhalen. Wat echter opvalt in vergelijking met veel andere bundels is dat zelfs het niveau van de zwakkere verhalen erg hoog is. De sterke verhalen stijgen daar nog ver bovenuit. Klein Haneveld maakt in alle gevallen gebruik van zijn brede ervaring en visie: In de Rotterdamse haven hint naar zijn beste ziltpunk-kunsten, terwijl Een kwestie van perspectief een verhaal is dat menselijke perspectieven naadloos en creatief combineert met de realiteiten van interstellaire ruimtereizen. Het afsluitende verhaal Het bezoek van de tovenaar verwerkt dan weer fantasy-elementen in een intrigerend sciencefiction verhaal met een twist. Deze diversiteit is zowel een sterk punt als een kwetsbaarheid van de bundel. De Laatste Verkenner verveelt op geen enkel punt, maar mist door het brede scala aan uiteenlopende onderwerpen ook wat focus. 
 
Dit wordt echter ruimschoots goed gemaakt door de manier waarop vrijwel alle verhalen opgebouwd zijn. De verhalen beginnen veelal in medias res, en door de diversiteit van setting en onderwerp is het daardoor voor de lezer iedere keer weer ontdekkingstocht: wat voor universum is dit? Wat speelt zich daarin af? Welke verrassingen schuilen achter het beeld dat in de eerste pagina’s geschetst wordt? Deze manier van vertellen werkt perfect voor een bundel als deze. De interesse van de lezer wordt door elk verhaal gewekt, interessante vragen worden gesteld en beantwoord, en ieder verhaal prikkelt de lezer om net dat ene stapje verder te denken. Bovendien hebben de verhalen een lengte waardoor ze nooit gaan vervelen. 
 
De Laatste Verkenner heeft zoals alle verhalenbundels sterke en zwakkere kanten. Het is niet van begin tot eind vijf sterren waard, maar de hoogtepunten zijn breed gezaaid en de ‘dieptepunten’ zijn die benaming nauwelijks waardig. Deze bundel mag dan ook gerust gezien worden als een van de hoogtepunten van Klein Hanevelds oeuvre. Aanrader!
 
4/5 sterren
 
Johan Klein Haneveld – De Laatste Verkenner
Godijn Publishing, 2023
ISBN: 9789464641011

Boekrecensie: Ilse van der Hout – Vleugels van Woestijnstof


Vleugels van Woestijnstof
van Ilse van der Hout is een korte novelle over Airi en Yawen, twee vrouwen die op de planet Alberon2 voor het bedrijf Nile werken. Nile heeft deze woestijnplaneet gekoloniseerd met een generatieschip (geen FTL in deze novelle!) dat eenmaal geland fungeert als basis, huisvesting, en stad voor de kolonisten. Het leven van hen die de Ark hebben verlaten is hard en gevaarlijk – zoals Airi uit eigen ervaring weet. Zij is echter op een onbepaald moment teruggekeerd naar de Ark en heeft het daar aangeknoopt met Yawen. Yawen is piloot bij de defensie-afdeling van de Ark, een baan waar Airi (die veilig binnen de muren blijft) erg jaloers op is. Wanneer een van Yawen’s missies echter foutloopt neemt Yawen met gemengde gevoelens de beslissing om de Ark te verlaten. In de woestijn wordt ze gedwongen zichzelf, Yawen, en haar omgeving te confronteren.
 

De wereld van Vleugels van Woestijnstof maakt meteen indruk. De setting doet denken aan een kruising tussen Dune en Homeworld en slaagt er vrij goed in om de charme van die twee universa over te brengen. De wereld is bovendien bijzonder geschikt voor de tegenstellingen die centraal staan in het boek: kern en periferie, stad en woestenij, veiligheid en gevaar, orde en vrijheid. De Ark representeert het eerste element, de woestijn het tweede. De naam Nile is dan ook erg goed gekozen: in het oude Egypte was de Nijl de lifeline van de steden – bewoog je er te ver van weg, dan kwam je in onbekende, woeste, gevaarlijke, gebieden terecht, die tegelijkertijd ook een zekere vrijheid boden. 

Het plot is iets minder indrukwekkend. Het boek is gewoonweg te kort om een echt diepgravend verhaal neer te zetten. Het is in de huidige staat een vrij simpel plot dat mijns inziens vooral dient om de setting te showcasen. Daar is niets mis mee, want zoals ik al aangaf is dat een setting vol charme en aantrekkingskracht. Wellicht dat Vleugels van Woestijnstof kan dienen als een introductie voor een langer boek, waarin ook de relatie met de Aarde, de aard van het generatieschip en Nile, en de personages (die nu niet al te interessant zijn) dieper verkend kunnen worden. 

Vleugels van Woestijnstof is, in het kort, een novelle die veel te bieden heeft op het gebied van worldbuilding, maar enigszins te kort schiet op het vlak van het plot en de personages. Het boek smaakt echter naar meer, en ik hoop oprecht dat er een vervolg komt waarin bepaalde elementen en thema’s verder verkend kunnen worden. Voor dit boek zou ik niet meer dan een paar euro neerleggen, maar voor die prijs is het dan ook zeer de moeite waard!

 
3,5/5 sterren

 
Ilse van der Hout – Vleugels van Woestijnstof
De Boekenvos, 2023

Boekrecensie: Cocky van Dijk – Het Doodschap 1: De Schaduwkrijger


De Schaduwkrijger
van Cocky van Dijk is het eerste deel van Het Doodschap, waarvan deel 2 binnenkort uitkomt. De serie speelt zich af in een wereld waarin de gelijknamige organisatie controle grotendeels controle heeft over leven en dood. De leden van het Doodschap brengen gestorven zielen naar het hiernamaals (een dodenstad middenin de onderwereld), en kunnen zielen eventueel ook weer terughalen. Hierbij moet echter altijd de balans in stand gehouden worden: één ziel eruit, één ziel erin. Met andere woorden: als er iemand teruggehaald wordt, moet er ook iemand sterven. Naast het Doodschap zijn er de Zilveren Lopers, die net als de Schaduwkrijgers van het Doodschap zielen naar de onderwereld helpen. Zij vinden echter dat de balans die het Doodschap in stand houdt overbodig is – de dodenstad zou er helemaal niet moeten zijn en zielen zouden gewoon op moeten kunnen gaan in de onderwereld.
 

In deze wereld wordt het verhaal van De Schaduwkrijger verteld vanuit drie perspectieven: de Schaduwkrijger Si’denn, de jonge Doodschap-novice Rorrick, en medium-in-opleiding Ranah. Ranah’s opleiding lijkt haar niet te liggen, en op haar zestiende verjaardag komt ze erachter dat dat is omdat ze een ander lot heeft: ze is voorbestemd om Zilveren Loper te worden, net als haar vader. Wanneer ze hiertoe opgeleid wordt door haar vader komt ze al snel destructief in aanraking met Si’denn, met dramatische gevolgen. Si’denn komt echter in de knel met zijn eigen geweten, en al snel twijfelt hij aan alles waar het Doodschap voor staat. Gedurende dit alles komt ook Rorrick aan bod, die als jong jochie opgeëist wordt door het Doodschap. Zijn verhaal dient aanvankelijk vooral om diepte te geven aan het Doodschap en de Schaduwkrijgers, maar blijkt uiteindelijk dieper verweven te zijn met het verhaal van Ranah en Si’denn. Uiteindelijk staat alles ter discussie: oude conflicten komen weer naar boven, iedereen twijfelt aan de zwart-wit moraliteit waar ze mee opgegroeid zijn, en het bestaan van het Doodschap zelf komt onder druk te staan. 

Het concept van De Schaduwkrijger spreekt erg tot de verbeelding. De dood is voor ons toch vooral een natuurlijke zekerheid waar niemand echte controle over kan uitoefenen. Het bestaan van het Doodschap schopt deze zekerheid flink overhoop, en het is erg interessant om te zien hoe daar mee omgegaan wordt. Ook is allesbehalve duidelijk wie nou eigenlijk de good guys zijn, en wie de bad guys. De Zilveren Lopers en het Doodschap schilderen elkaar af als de slechterik, maar wie er gelijk heeft is aan de lezer – het is een grijs gebied. Het Doodschap zou zielen opsluiten in de dodenstad, en heeft enorme macht in de samenleving omdat ze beslissen wie er leeft en sterft. De Zilveren Lopers verzetten zich hier tegen, maar hun oplossing, om de dodenstad te laten vergaan, lijkt behoorlijk riskant. De hoofdpersonen proberen bovendien om de moraliteit van hun respectievelijke organisaties te overstijgen, wat nog een extra dimensie geeft aan het geheel. 

De uitwerking is echter wat minder sterk. Het boek heeft bijvoorbeeld geen intern consistent begrip van magie. Alles wordt opgehangen aan ‘energie,’ zonder ooit uit te leggen wat daar precies mee bedoeld wordt of wat de beperkingen zijn. Dit maakt energie tot een nogal ongedefinieerde hoge hoed waar naar gelang alles uit getoverd kan worden wat het plot verlangt. Zeker rond de magielessen van Rorrick komt dit sterk naar voren – de docenten lijken zelf ook niet echt te weten hoe het werkt en komen met hun instructie niet veel verder dan ‘voel het.’ Ook is niet helemaal duidelijk hoe de wereld nu precies in elkaar steekt. Alles lijkt zich af te spelen rond één dorp, maar de dood is wel nadrukkelijk universeel. Hoe dit zich verhoudt tot de rest van de wereld blijft onduidelijk. Hier staat tegenover dat de karakters diepgang hebben en sterk neergezet worden. Het plot is niet heel spannend, maar geeft de karakters wel alle ruimte om tot bloei te komen. 

Persoonlijk denk ik dat De Schaduwkrijger domweg niet mijn boek is. Ik vind het allemaal nogal zweverig en ongedefinieerd, en dat ligt mij niet. Als je daar echter minder moeite mee hebt en gewoon wilt genieten van een mooi verhaal over goed uitgewerkte personages, dan is dit het boek voor jou. Objectief gezien heeft het boek weliswaar zwakke plekken, maar zit het overwegend gewoon goed in elkaar.

 
3/5 sterren

 
Cocky van Dijk – Het Doodschap 1: De Schaduwkrijger
Zilverspoor, 2020
ISBN: 9789463083621

Boekrecensie: Jasper Polane – Zwartruimte


Om te beginnen een bekentenis: ik heb een haat-liefde verhouding met tijdreizen. Als het slecht uitgewerkt is, is het een bron van frustratie dankzij onopgeloste paradoxen en verwarrende verhaallijnen. Als het echter goed gedaan is… krijg ik er nog steeds hoofdpijn van. En toch blijft tijdreizen me intrigeren, en blijf ik boeken, films, en series opzoeken waarin het centraal staat. Zo ook Zwartruimte van Jasper Polane. 

Zwartruimte gaat over een universum waarin tijdreizen voor een selecte groep triviaal eenvoudig is geworden. Zij maken gebruik van de Witruimte, een technologie die rechtstreeks inhaakt op de ruimtetijd en die manipuleert. De Witruimte staat het deze groep, Witgangers genoemd, toe om ieder ruimtetijdpunt te bezoeken dat ze maar willen. Polane is rond deze technologie niet over een nacht ijs gegaan: de Witruimte lijkt op het eerste gezicht een recept voor een wirwar aan paradoxen, maar dat wordt voorkomen door een set regels en restricties aan het soort tijdreizen dat de Witruimte mogelijk maakt. Alle goede tijdreisplots hebben dergelijke restricties, van de film Primer (een fantastisch voorbeeld van hoe ongelofelijk ingewikkeld tijdreizen kan zijn) en de serie Travelers, die beperken hoever er in de tijd voor- of achteruit gereisd kan worden, tot de Ilium-duologie van Dan Simmons, waarin het effect van tijdreizen ingeperkt wordt door een objectieve, onveranderbare tijdlijn. Zwartruimte komt het dichtst bij dat laatste in de buurt. De objectieve tijdlijn is niet onveranderbaar, maar bestaat wel. Dit betekent dat een Witganger wel terug in de tijd kan gaan, maar dat dit in de eerste plaats alleen de (subjectieve) tijdlijn van die Witganger verandert. Om de objectieve tijdlijn aan te passen is een consensus van de facties die de witruimte kent vereist. Als dit ingewikkeld klinkt: Zwartruimte is een van die boeken waar ik hoofdpijn van krijg. Een aspirientje hier en daar is echter een meer dan redelijke prijs voor een logisch, coherent tijdreisverhaal. 

In dit raamwerk vertelt Zwartruimte het verhaal van Tobias, een 23e-eeuwse fabrieksarbeider, en zuster Zahra van Rastaban. Zahra is een ‘heks,’ lid van een orde die belast is met het bewaren en bewaken van demonen. Demonen zijn in dit boek geen bovennatuurlijke wezens of geesten, maar stukken code van de Witruimte die afgestoten zijn, verloren zijn gegaan, of fouten bevatten. Een demon houdt dan ook het midden tussen een computerbug en een virus. Zahra bewaart de gevaarlijkste demon van allemaal: C.A.D., een zeer geavanceerde en zelfbewuste demon die tijdlijnen kan resetten door de Witruimte lokaal te deleten. Tobias weet intussen de aandacht te trekken van de Witgangers, en komt uiteindelijk in een positie om de Witruimte zelf te manipuleren. Daarbij raakt zijn verhaal verweven met dat van Zahra, waarbij de levens van de Witgangers en het bestaan van de Witruimte onder druk komen te staan. 

Het makkelijke deel van dit boek om te recenseren is dit menselijke verhaal: dat is gewoon erg goed. De personages zijn goed uitgewerkt en interessant, het plot is boeiend, en de emoties zijn voelbaar. Vooral de character arc van Tobias is erg overtuigend. Zijn echtgenotes (meervoud) zijn een prachtige metafoor voor Tobias’ ontwikkeling als Witganger. De passages met deze Riet en Rita zijn niet makkelijk om te lezen en bezorgden me regelmatig rillingen, maar voegen zeker tegen het einde van het boek een diepere laag toe aan het personage Tobias. Een dergelijke laag is ook te vinden bij Zahra, met name als ze een oude, overleden, geliefde weer ontmoet en weet dat ze hem weer op zal moeten geven. Hij is door een Witganger uit een subjectieve tijdlijn geplukt en bestaat dus slechts als schim, die geen deel uitmaakt van de objectieve tijdlijn en snel weer zal verdwijnen (auw, daar is die hoofdpijn weer. Waar is m’n aspirine?). Zahra’s mix van emoties is overtuigend en maakt indruk. 

Lastiger om te recenseren is de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Zoals eerder genoemd is het tijdreisaspect in de basis goed uitgewerkt. Er lijken wel wat gaten in de logica te zitten, bijvoorbeeld rond de leeftijden van Witgangers, hoe hun subjectieve tijdlijnen met elkaar interacteren, en hoe objectief de objectieve tijdlijn eigenlijk is. Wat meer exposition over het precieze functioneren van de Witruimte was dan ook welkom geweest. Desalniettemin bleef Zwartruimte me ertoe verleiden om na te denken, te proberen het tijdreizen als een logisch geheel in elkaar te knopen, en te begrijpen hoe het allemaal in elkaar steekt. Op dit vlak zijn er voor Zwartruimte dus weliswaar wat verbeterpunten, maar maakt dat het boek er niet minder interessant op. 

Ik kan dan ook alleen maar concluderen dat Zwartruimte een bijzonder geslaagd boek. Er zijn maar weinig boeken die met een dergelijk ingewikkeld centraal concept als tijdreizen het niet alleen voor elkaar krijgen om een conceptueel interessant universum neer te zetten, maar dat ook nog eens te combineren met een sterk, overtuigend plot. Dat daarbij door mij als lezer ettelijke doosjes aspirine geconsumeerd zijn is voor mij persoonlijk een pluspunt – een van de punten waar science fiction in uitblinkt is het aan het denken zetten van de lezer over concepten die de grenzen van onze verbeelding en realiteit oprekken. Zwartruimte doet dat meesterlijk.

 
4,5/5 sterren

 
Jasper Polane – Zwartruimte
Leiderdorp: Quasis, 2022
ISBN: 9789492099549

Boekrecensie: Django Mathijsen – Robo Rights


Robo Rights
van Django Mathijsen is de Engelse vertaling (door Mathijsen zelf) van Roborecht uit 2021. Hoofdpersoon Mando werkt bij een roboticabedrijf, waar hij robotauto’s ontwikkeld. Robots zijn in Mando’s wereld overal te vinden: van geavanceerde autonome politiedrones tot robotbutlers tot synthetische huisdieren. Dergelijke robots hebben een beperkte intelligentie, maar simuleren bijvoorbeeld wel pijngevoelens als zelflerend mechanisme. Uiteraard is niet iedereen het er mee eens dat robots met dergelijke mechanismes tot gehoorzaamheid gedwongen worden. Meerdere organisaties aan beide kanten van de wet zetten zich in voor emancipatie van robots: vrijheid, rechten, et cetera.  

Wanneer Mando zijn oude vriendin Dylah tegenkomt en haar (tegen de regels in) zijn kantoor laat zien, maakt Dylah van de kans gebruik om in te breken in de computers van Mando’s werkgever en een van de prototype robotauto’s te stelen. Bovendien schuift ze Mando de schuld in de schoenen. Mando probeert vervolgens samen met Helger, een beveiliger van het bedrijf die medeverantwoordelijk wordt gehouden, zijn onschuld te bewijzen. Daarbij raakt hij dichter betrokken bij een terroristisch aangelegde robotemancipatiebeweging en wordt hij geconfronteerd met wat zijn werkt als robotprogrammeur eigenlijk betekende. 

Dat is althans het idee. In de praktijk lijkt Mathijsen weliswaar te willen putten uit Asimov en zijn gelijkgestemden om de lezer een ethisch vraagstuk voor te leggen, maar gaat het in de uitvoeringsfase volledig mis. Doordat Dylah met veel plezier naar massamoord grijpt om haar punt te maken gaat alle filosofische nuance verloren. Bovendien komt er in het boek geen robot voor die ook maar iets van bewustzijn of onafhankelijke intelligentie laat zien. Ze worden af en toe aan de randen van het verhaal genoemd, maar zijn verder totaal afwezig. Er bestaat dus geen enkele twijfel over welk kamp in Robo Rights gelijk heeft. Hiermee zakt het hele punt van het boek als een kaartenhuis in elkaar. 

Wat overblijft is een erg simpel verhaaltje met eendimensionale personages. Daarbij is Mando voor een robotprogrammeur ongelofelijk wereldvreemd. Hij heeft geen idee van de mogelijkheden die robots bieden, ook al is hij er dag in dag uit mee bezig. Overheidssurveillance, al dan niet gebruik makend van robots en software, verbaast hem al helemaal. Het is duidelijk dan Mando gebruikt wordt als middel om de lezer te vertellen over de wereld waarin Robo Rights zich afspeelt, maar offert daarvoor alle substantie en geloofwaardigheid van de hoofdpersoon op. Ook de andere personages overtuigen niet. Helger is nog redelijk goed uitgewerkt, maar Dylah en haar vriendin lijken vooral fetishobjecten te zijn die hun overdreven seksualiteit constant en zonder reden tentoonspreiden, inclusief een tenenkrommende seksscene die werkelijk niets toevoegt aan het verhaal. Het lijkt verontrustend veel op een mannelijke vrouw-vrouw fantasie zoals je die in een smutromannetje op Amazon aan zou treffen. Mando’s echtgenote Ariola is dan weer het tegenovergestelde stereotype: een frigide, hysterische vrouw die geen twee zinnen aan elkaar kan knopen zonder compleet uit de bocht te vliegen. 

Robo Rights is dan ook niet anders te omschrijven als een totale teleurstelling. Mathijsen kan wel degelijk goed schrijven – dat is bijvoorbeeld te zien in Tweeleed dat hij samen met Anaïd Haen schreef. Ook een recente tweede plaats in de Waterloper verhalenwedstrijd komt niet uit de lucht vallen. Bovendien heeft Mathijsen wel degelijk interessante dingen te zeggen over de ethische kwesties rond robotica, zo blijkt uit een blog op modernmyths.nl (https://www.modernmyths.nl/roborecht-en-robot-wars/) die hij in 2021 ter ere van het uitkomen van de Nederlandse versie van Robo Rights schreef. Daarom is het extra verwarrend en teleurstellend dat dat er in dit boek absoluut niet uitkomt. 

1/5 sterren

Django Mathijsen – Robo Rights
Maastricht: Zilverspoor, 2022
ISBN: 9789463084550

Boekrecensie: Johan Klein Haneveld – IJsbrekers (De Zwijgende Aarde 5)


IJsbrekers
van Johan Klein Haneveld is het vijfde deel van De Zwijgende Aarde serie. Deze serie bestaat (tot nu toe!) uit zes diverse en los te lezen boeken van verschillende Nederlandse auteurs die zich afspelen in hetzelfde universum. In dit universum heeft de mensheid zich uitgestrekt over het zonnestelsel, gedomineerd door de van oorsprong Nederlandse VAHA, de Vrije Algemene Handelsorganisatie Aarde, een VOC-achtige organisatie. Dit geeft het universum een Nederlands tintje dat overal zichtbaar is, van de namen van personages tot het gebruik van ‘drek’ als stopwoord ter vervanging van ‘shit.’ De centrale achtergrondgebeurtenis waar het universum van de serie omheen gebouwd is, is het plotseling wegvallen van alle communicatie met de aarde: de Zwijging.
 

IJsbrekers speelt zich als eerste boek in de serie volledig af ná de Zwijging. Op de ijzige Jupitermaan Europa bevindt zich onder het ijs een onderzoeksbasis van de VAHA. De basis bestaat uit twee lagen: een bovenlaag bevolkt door onderzoekers, ondersteuningspersoneel, en het management van de basis, en een onderlaag, waar zwaar gemodificeerde ‘zeemeermensen’ wonen. Deze mensen hebben hun benen laten vervangen door een vissenstaart en hebben andere modificaties ondergaan om beter onderzoek te kunnen doen in de oceanen van Europa. Zoals we inmiddels gewend zijn van deze serie zijn de spanningen tussen ongemodificeerde ‘puren’ en hun cyborg medemensen een constante factor. Tijdens de Zwijging werden de moraalregels wel wat lakser, maar het herstel van het contact met de aarde brengt ook het herstel van de oude sociale normen met zich mee. De spanningen lopen verder op wanneer duidelijk wordt dat een schip, tjokvol zwaarbewapende mariniers, onderweg is van de Aarde naar Europa om Michelle Dijon (ja, dié) in te rekenen. Maar onder wiens identiteit houdt Dijon zich schuil? Wie is er te vertrouwen, en wie niet? En wie of wat is verantwoordelijk voor de mysterieuze signalen die omhoog borrelen uit de bijna oneindig diepe oceaan? 

Het hoofdpersonage van IJsbrekers is R&D medewerker Patricia Visser. Dankzij haar relatie met basismanager Harm kon ze zich tijdens de Zwijging dingen veroorloven die anderszins niet toegestaan zouden zijn, maar met het herstel van het contact met de Aarde (en de bijbehorende orde) verandert dat. Ze is gedwongen terug te vallen op haar contacten met haar collega’s op de bovenverdieping, en de zeemeermensen daaronder. Bovendien heeft Patricia een geheim, dat nu ook uit dreigt te komen… Wat na deze introductie volgt is zo’n honderd pagina’s aan actie. Patricia, de Aardse mariniers, de zeemeermensen, en de rest van de basisbevolking manoeuvreren om elkaar heen en komen met elkaar in botsing, met grote gevolgen voor henzelf en de basis. 

In IJsbrekers kiest Klein Haneveld een onverwacht vertelperspectief. Zonder teveel weg te geven, is Patricia een bijzondere keuze voor een hoofdpersonage. Ze is innig verbonden met de rest van het Zwijgende Aarde universum en ligt niet voor de hand als protagonist. Hoewel dit totaal verkeerd uit had kunnen pakken weet Klein Haneveld dat te voorkomen en zet hij een zeer sterk personage en vertelperspectief neer. Deze keuze werkt niet alleen voor IJsbrekers zelf erg goed, maar geeft ook extra diepte aan voorgaande boeken in de serie. De rest van de personages zijn minder uitzonderlijk, maar zijn prima uitgewerkt en staan het verhaal niet in de weg. Ook de spanningen tussen puren en gemodificeerden, bewoners van de boven- en onderverdieping, zijn overtuigend. Het management heeft totaal andere prioriteiten dan de gemodificeerden, waardoor de twee groepen regelmatig volstrekt langs elkaar heen praten. Bewoners van de bovenverdieping hervinden met de komst van de mariniers hun focus op de Aarde, terwijl de zeemeermensen steeds meer verbonden worden met Europa en haar oceaan. Deze tweedeling wordt uiteindelijk ook voor Patricia, met haar banden op beide verdiepingen, zeer relevant. 

Waar de menselijke kant van IJsbrekers dus erg overtuigend is, had Europa als setting meer aandacht verdiend. Al in de introductie wordt sterk gehint naar leven in de dieptes van de oceaan, maar wanneer dit uiteindelijk opnieuw naar voren komt eindigt het boek zonder dat er veel duidelijk over wordt. IJsbrekers is een van de dunnere boeken in de serie, en het had niet misstaan om de overgebleven ruimte te gebruiken voor het verder uitwerken van dit mysterie. Ook zijn niet alle actiescenes even overtuigend. Zo had de laatste confrontatie scherper en duidelijker geschreven kunnen zijn – nu voelt het enigszins verwarrend en langer uitgesponnen dan nodig was geweest. 

Deze minpunten wegen echter niet op tegen de kracht van het vertelperspectief en de uitwerking van de centrale thema’s. Uiteindelijk is IJsbrekers gewoon een erg leuk boek om te lezen en geeft het als bonus flink wat extra diepte aan de voorgaande boeken. Daarvoor kan ik het boek alleen maar prijzen.

3,5/5 sterren

 
Johan Klein Haneveld – IJsbrekers (De Zwijgende Aarde 5)
Leiderdorp: Quasis Uitgevers, 2019
ISBN: 9789492099471

Boekrecensie: Django Mathijsen & Anaïd Haen – Tweeleed (De Zwijgende Aarde 4)


Tweeleed
van Django Mathijsen en Anaïd Haen is het vierde deel van De Zwijgende Aarde serie. Deze serie bestaat (tot nu toe!) uit zes diverse en los te lezen boeken van verschillende Nederlandse auteurs die zich afspelen in hetzelfde universum. In dit universum heeft de mensheid zich uitgestrekt over het zonnestelsel, gedomineerd door de van oorsprong Nederlandse VAHA, de Vrije Algemene Handelsorganisatie Aarde, een VOC-achtige organisatie. Dit geeft het universum een Nederlands tintje dat overal zichtbaar is, van de namen van personages tot het gebruik van ‘drek’ als stopwoord ter vervanging van ‘shit.’ De centrale achtergrondgebeurtenis waar het universum van de serie omheen gebouwd is, is het plotseling wegvallen van alle communicatie met de aarde: de Zwijging.

In Tweeleed krijgen we de Zwijging eindelijk van de andere kant te zien. Waar Revolte, Roest, en Titanium zich verderop in het zonnestelsel afspelen, buiten de aarde, speelt Tweeleed zich bijna volledig af op aarde. Hoofdpersoon Arno en zijn zwangere partner Melissa behoren tot de aardse bovenklasse van ‘puren,’ mensen die niet cybernetisch of genetisch gemodificeerd zijn. Waar dit thema van puurheid in de eerdere boeken al een stevige ondertoon voerde, staat het in Tweeleed volop in de schijnwerpers. Arno en Melissa zijn trots op hun puurheid, kijken neer op gemodificeerden, en profiteren van de uitkering voor puren die ze van de overheid krijgen. Tegelijkertijd worden gemodificeerden, zoals Arno’s ondergeschikten op zijn werk, hevig belast en komen ze nauwelijks aan huisvesting en andere levensbehoeften, maar vinden ze door hun verbeteringen (cognitieve hersenchips, cybernetische ledematen, et cetera) wel veel gemakkelijker werk. Wanneer Arno echter zijn baan verliest en zonder modificaties niet aan nieuw werk kan komen, dreigt het stel hun huis te verliezen. De uitkering voor puren is te laag en Arno blijkt ook nog eens een dodelijk erfelijk gendefect te hebben. Hierdoor komt Arno voor een moeilijke keuze te staan: puur blijven en in armoede wegzakken, wachtend op een gruwelijke dood, of zich laten modificeren, wat hem zijn status (met bijbehorende uitkering), partner, en wereldbeeld zal kosten. En hoe zit het met de genen van Arno’s ongeboren kinderen?

 
De spanning tussen puren en gemodificeerden staat in Tweeleed centraal. Het belang van puurheid is in deze maatschappij een bijna religieuze overtuiging die er bij kinderen al met de paplepel ingegoten wordt. Puurheid betekent echter ook lijden, sterven aan ziektes die met een implantaat eenvoudig te genezen zijn, en ondanks de hogere status een bijna volledig gebrek aan sociale mobiliteit. De puurheidsuitkering biedt enig soelaas, maar wordt betaald uit de astronomische belastingen op gemodificeerden, die daardoor ondanks goed betaalde banen klemzitten in armoede. Het is een onhoudbare situatie, maar beide groepen zitten dermate diep in de loopgraven van hun discours dat een werkbare oplossing onmogelijk is. Puren haten gemodificeerden, want dat zijn onmenselijke objecten die hun grootste goed, hun menselijkheid, opgeven om hun eigen positie te verbeteren. Gemodificeerden haten op hun beurt puren, want dat zijn slavendrijvers die op hun lauweren kunnen rusten dankzij hun uitbuiting van de arbeid van gemodificeerden. Wanneer Arno probeert om zijn medemensen uit die loopgraven te trekken, komt hij er al snel achter dat er een partij bestaat die hier helemaal niet gebaat bij is. De overheid en de VAHA profiteren van de lage inkomens, hoge belastingen, en overvloedige en zeer productieve gemodificeerde arbeidskrachten. Zij zijn er alles aan gelegen om de verdeeldheid in stand te houden. Arno’s genuanceerde standpunten worden dan ook al snel weggezet als terroristische rabble rousing, met alle gevolgen van dien. Als vervolgens de Zwijging plaatsvindt slaat de vlam volledig in de pan. Onderhuidse spanningen tussen puren en gemodificeerden komen explosief aan de oppervlakte, terwijl ook Arno’s relatie met zijn familie nieuwe wendingen neemt.

 
De manier waarop Tweeleed omgaat met klassenverschillen, demagogie, en ideologie is erg sterk. De nuance in de situatie, de manier waarop die zorgvuldig geëxploiteerd wordt door de overheid en de VAHA, en de verleiding om in de loopgraven te duiken zijn overtuigend neergezet. Ook de menselijke prijs die families zoals die van Arno betalen is goed uitgewerkt en raakt je als lezer. Het boek zet je aan het denken: ook tegenwoordig is onze samenleving vergeven van superioriteitsgevoelens. Wat is daar de menselijke prijs van? En wat kunnen we er aan doen? Wie heeft er eigenlijk baat bij om die situatie in stand te houden? Tweeleed weet zich niet alleen te profileren als een sterk science-fictionverhaal, maar is ook maatschappelijk relevant en toont een groot begrip van de dynamiek van ideologie en populisme.

 
Het boek kent echter ook minder sterke kanten. Zo zijn de personages niet bijzonder overtuigend. Arno’s transitie tot opiniemaker is niet heel overtuigend: in principe had iedereen kunnen doen wat hij doet en heeft Arno niet meer reden dan een zeer grote groep anderen om de camera en microfoon op te pakken en te proberen verandering aan te brengen in de samenleving. Ook is Melissa, zeker in het eerste deel van het boek, een vrij eendimensionaal personage met een wel erg groot gebrek aan zelfkennis en reflectievermogen. Dit zorgt voor een vervelende sfeer in het eerste deel van het boek, dat niet aanmoedigt om verder te lezen. Die sfeer past bij de fase waarin het verhaal zich bevindt, maar dat maakt nog geen aansprekend en meeslepend boek. Doorbijten is hier het devies – het wordt véél beter, maar het is desondanks erg jammer dat dit eerste deel tegenvalt.

 
Tot slot blijft het erg leuk om de integratie van de gebeurtenissen in het universum van de Zwijgende Aarde met elk deel van de serie toe te zien nemen. Ook in Tweeleed worden weer vele verwijzingen gemaakt en enkele tipjes van sluiers, die in eerdere delen gecreëerd zijn, opgelicht. Alles overziend is Tweeleed opnieuw een succes. De aardse samenleving die neergezet wordt in het boek is overtuigend en relevant, en hoewel de personages niet altijd even sterk zijn is het boek een plezier om te lezen. De uitzondering hierop is het eerste deel, maar gezien de kwaliteit van de rest van het boek is dat een eenvoudig te vergeven misser.

 
3,5/5 sterren

 
Django Mathijsen & Anaïd Haen – Tweeleed (De Zwijgende Aarde 4)
Leiderdorp: Quasis Uitgevers, 2019
ISBN: 9789492099457

Boekrecensie: Mara van Ness – Titanium (De Zwijgende Aarde 3)

 
Titanium van Mara van Ness is het derde deel van De Zwijgende Aarde serie. Deze serie bestaat (tot nu toe!) uit zes diverse en los te lezen boeken van verschillende Nederlandse auteurs die zich afspelen in hetzelfde universum. In dit universum heeft de mensheid zich uitgestrekt over het zonnestelsel, gedomineerd door de van oorsprong Nederlandse VAHA, de Vrije Algemene Handelsorganisatie Aarde, een VOC-achtige organisatie. Dit geeft het universum een Nederlands tintje dat overal zichtbaar is, van de namen van personages tot het gebruik van ‘drek’ als stopwoord ter vervanging van ‘shit.’ De centrale achtergrondgebeurtenis waar het universum van de serie omheen gebouwd is, is het plotseling wegvallen van alle communicatie met de aarde: de Zwijging. 
 
Ook in Titanium is de Zwijging een kantelpunt. Hoofdpersoon Emmelie komt naar de Saturnusmaan Titan om natuurkundig onderzoek te doen, maar tussen haar eigen aankomst de levering van haar apparatuur breekt de Zwijging aan. Hierdoor komt haar apparatuur niet aan, en kan ze ook niet terug naar de Aarde. Ze zit dus vast op Titan, gedwongen zichzelf te onderhouden met een arbeidersbaantje en haar vrijetijd verdoend met het eten van bonenburgers en filosoferen over een Theorie van Alles. Al snel blijkt echter dat de klassenverschillen in de resortkolonie Titan dieper snijden dan Emmelie ooit had kunnen vermoeden. Wat in hoog tempo volgt is een grondige verkenning van de kolonie en haar inwoners, een ongemakkelijke liefde, en een complot dat de bewoners van Titan tot op het bot raakt.

Zoals de synopsis al aankondigt is Titanium, in tegenstelling tot de vrij duistere thrillers eerder in de serie, een absurdistische feelgood. De toon is licht en de humor overvloedig. Gezien de subjectiviteit van humor in het algemeen zal een groot deel van deze recensie dan ook persoonlijker van aard zijn dan in de recensies van Revolte en Roest het geval was. Zo is de semi-zelfbewuste polsband (feitelijk een geavanceerde smartphone) van Emmelie in Titanium wat mij betreft de ster van de show. Een dergelijk bijdehand personage, dat ook nog eens nadrukkelijk aanwezig is, is altijd een risico voor een auteur. De humor moet scherp zijn en goed landen – als dat niet lukt valt het boek volledig uit elkaar. Van Ness is hier gelukkig bijzonder goed in geslaagd. De polsband is op de juiste momenten aanwezig en neemt genoeg, maar niet te veel, ruimte in. Zeker op de momenten waarop het plot toch wat zwaarder dreigt te worden is het de polsband die het boek weer terugbrengt naar de feelgood waar het thuishoort. Ook de rest van de humor is on target. Een scene in het bonenburgerrestaurant waar Emmelie probeert, en faalt, om een connectie te maken met een collega is perfect omschreven en liet me bijna in mijn broek plassen van het lachen. 

De lichte toon betekent echter niet dat Titanium geen diepgang heeft. Zoals eerder genoemd zijn de klassenverschillen op Titan een centrale drijfveer voor het plot, wat goed aansluit bij de rest van het universum. Ook de alomtegenwoordige spanning tussen ‘pure’ (ongemodificeerde) mensen en mensen met allerlei cybernetische aanpassingen en toevoegingen is voelbaar en helpt bij tijd en wijlen om het plot een zetje de goede kant op te geven. Ten slotte is er de persoon Emmelie, die, hoewel het nergens expliciet uitgesproken wordt, aseksueel lijkt te zijn en hoogstwaarschijnlijk ergens op het autistische spectrum zit. Dit wordt door Van Ness volop gebruikt voor de humoristische kant van het boek, maar wel op een manier die oprechte inzichten geeft in de psyche van Emmelie. Respectloos wordt het nooit, integendeel. Zeker de romance in het boek krijgt een bijzondere lading die zondermeer grappig is, maar ook tot denken aanzet. Emmelie’s ervaring zal niet overeen komen met die van de gemiddelde lezer (in ieder geval niet met de mijne), maar ongelijk heeft ze eigenlijk nergens. Hierdoor zal de lezer ook na gaan denken over wat liefde, lust, en sociale normen eigenlijk betekenen, in hoeverre ze rationeel zijn, en of er ook van een andere kant naar gekeken kan worden. 

Titanium telt slechts 150 pagina’s, maar waar de beperkte omvang in Revolte en Roest beperkend voelde is het voor Titanium de perfect lengte. Humor, en zeker humor met een hoog bijdehand-heids gehalte, heeft een beperkte houdbaarheid. Een boek van 600 pagina’s met deze formule zou absoluut niet werken. Titanium stopt echter op het hoogtepunt, zonder te kans te krijgen saai en overdone te worden. Toch weet Van Ness in die 150 pagina’s een gelikt plot, actiescenes (inclusief gigantische mechs die, jawel, Titanen genoemd worden), een romance, en een sloot tie-ins met de rest van het universum te verwerken. Een groot deel van de worldbuilding (of eigenlijk universe building, want Titan is wel degelijk een product van dit boek) kan worden overgelaten aan de overige boeken in de serie, waardoor Titanium een zeer gefocust boek is, dat van begin tot eind een lach op mijn gezicht toverde.

 
4,5/5 sterren


Mara van Ness – Titanium (De Zwijgende Aarde 3)
Leiderdorp: Quasis Uitgevers, 2019
ISBN: 9789492099433

Boekrecensie: Jasper Polane – Roest (De Zwijgende Aarde 2)


Roest
van Jasper Polane is het tweede deel van De Zwijgende Aarde serie. Deze serie bestaat (tot nu toe!) uit zes diverse en los te lezen boeken van verschillende Nederlandse auteurs die zich afspelen in hetzelfde universum. In dit universum heeft de mensheid zich uitgestrekt over het zonnestelsel, gedomineerd door de van oorsprong Nederlandse VAHA, de Vrije Algemene Handelsorganisatie Aarde, een VOC-achtige organisatie. Dit geeft het universum een Nederlands tintje dat overal zichtbaar is, van de namen van personages tot het gebruik van ‘drek’ als stopwoord ter vervanging van ‘shit’ en ‘koud’ in plaats van ‘cool.’ De centrale achtergrondgebeurtenis waar het universum van de serie omheen gebouwd is, is het plotseling wegvallen van alle communicatie met de aarde: de Zwijging.
 
In tegenstelling tot in Jorrit de Klerk’s Revolte speelt de Zwijging in het plot van Roest echter een vrij kleine (zij het essentiële) rol. Het boek begint met hoofdpersoon Samantha Peeters die als magistraat op Mars naar de Lowellkanaal-kolonie afreist om een moord te onderzoeken. Hoewel je als lezer aanvankelijk de indruk krijgt dat dit het centrale plot is, blijkt dit na een kwart van het boek niet het geval te zijn. Samantha is namelijk een Rode Dochter – iemand die besmet is met nanobots die haar DNA herschrijven, met als gevolg sterkere zintuigen, heftigere emoties, en fysieke veranderingen om makkelijker te overleven in het Martiaanse milieu. De rest van het boek gaat naadloos over in een analyse van de Martiaanse samenleving, de rol van Rode Dochters, en de naderende inslag van een losgeslagen maan van Saturnus op Mars. Samantha komt door het moordonderzoek in een situatie terecht waarin ze heftig geconfronteerd wordt met haar status als Rode Dochter. Ook de inslag van de maan en de verstrekkende gevolgen van die gebeurtenis raken verweven met Samantha’s zoektocht naar zichzelf. Uiteindelijk zal Samantha een keuze moeten maken: ben ik mens, ben ik van Mars, of kan ik positie kiezen in het grijze gebied tussen die twee extremen?
 
Roest heef een minder eenduidige plotlijn dan Revolte. Het begint als detective, maakt een ommezwaai naar psychologische thriller, en eindigt als verkenning van de grenzen van menselijkheid in een volstrekt niet-menselijke omgeving. Dit laatste thema komt wellicht het dichtst bij het hart van het boek. Gedurende het hele boek is er een spanning voelbaar tussen het vasthouden aan bestaande aardse normen en de samenleving die daar bij hoort, en het toegeven aan de infectie om vrij letterlijk opgeslokt te worden door de rode planeet. Dit is allerminst een simpele kwestie – niets is zwart-wit en beide opties hebben existentiële voor- en nadelen. Terwijl Samantha dit dilemma ondergaat toont het boek verschillende manieren waarop de mensheid met een nieuwe omgeving om zou kunnen gaan. Wat hierbij centraal staat is de grilligheid van een planeet die enerzijds geclaimd en gedomineerd wordt door de mens, en anderzijds constant bewijst dat mensen hier slechts te gast zijn. De kolonisten kiezen er veelal voor om hierop te reageren door te proberen Mars meer als de aarde te maken door middel van koloniën en terraforming, terwijl de Rode Dochters staan voor een pad waarin de mens juist meer als Mars wordt.
 
Zowel de thematische achtergrond als het plot zijn in Roest minder eenduidig dan in Revolte, wat zorgt voor een moeilijker te verwerken, maar ook moreel complexer boek. Polane deinst er niet voor terug om een rauwe, brutale wereld te schetsen die hier bijzonder goed bij past. Het simpele leesplezier leidt daar in mijn mening soms wel wat onder (Revolte las soepeler, had een duidelijkere moraal, en kende meer spanning), maar dat is niet zo zeer kritiek als het logische gevolg van een prima te verdedigen stilistische keuze. Een leuke extra is dat in Roest de integratie in het Zwijgende Aarde-universum duidelijk begint te worden. Er wordt meerdere keren gerefereerd aan gebeurtenissen uit Revolte en het plot van Roest wordt netjes aan dat van Revolte gekoppeld. Net zoals bij Revolte het geval was snak ik vooral naar meer dan de 200 pagina’s die Roest kent, maar inmiddels is mij wel duidelijk dat ik daarvoor slechts naar de rest van de serie hoef te kijken. Zowel Revolte als Roest hebben de lat voor de andere boeken in ieder geval hoog gelegd!
 
4/5 sterren
 
Jasper Polane – Roest (De Zwijgende Aarde 2)
Leiderdorp: Quasis Uitgevers, 2019
ISBN: 9789492099419