May 24, 2024

Boekrecensie: Young-do Lee (vert. Mattho Mandersloot) – De Hartelozen (De Vogel die Tranen Drinkt 1)

 


De Hartelozen van de Koreaanse auteur Young-do Lee kwam oorspronkelijk uit als een web-serial, voordat het in 2003 opgepikt werd door een uitgever. Na zeer populair geworden te zijn in Zuid Korea wordt het dit jaar, in 2024, ook in Nederlandse vertaling uitgegeven, bij Luitingh-Sijthoff. De vertaling is gedaan door Mattho Mandersloot. De serie wordt nogal eens beschreven als het Koreaanse equivalent van Tolkiens In de Ban van de Ring (onder andere door Luitingh-Sijthoff: ‘Het Koreaanse antwoord op In de ban van de ring’, aldus de boekbeschrijving), dus de interesse voor deze serie zal bij veel lezers hoog liggen. 
 
De Hartelozen schetst een in tweeën gedeelde wereld: in het noorden bevinden zich de domeinen van mensen, de tokkebi (gebaseerd op Koreaanse goblin-achtige wezens, dokkaebi), en de vogelachtige rekkon. In het zuiden, in de jungle van Kiboren, heersen de reptielachtige en haast onsterfelijke nhaga’s. De twee werelddelen lagen lang met elkaar in de clinch, totdat de huidige grens ontstond omdat de koudbloedige nhaga’s verder naar het noorden niet lang kunnen overleven. De noorderlingen kunnen de telepathische nhaga’s dan weer niet aan op hun eigen terrein, in de jungle van Kiboren. Het resultaat is een bevroren conflict, waarbij beide kanten angstvallig naar de grens kijken maar deze niet oversteken.
 
In deze setting vindt het plot van De Hartelozen plaats. De mens Keigan Draca, de rekkon Tynahan, en de tokkebi Biyung Srabol worden benaderd door een monnik van het heiligdom Haïnsha om met zijn drieën een reddingsmissie uit te voeren. Het doelwit: een jonge nhaga, in de jungle van Kiboren, gestuurd door een groep nhaga-samenzweerders die zich met een onbekend doel verzetten tegen de heersende nhaga-families. In Kiboren loopt het plan echter bijna onmiddellijk fout en is het uiteindelijk niet zoals gepland Harit Makerow, maar Ryun Fei die de tocht naar het noorden begint. In tegenstelling tot andere (jong)volwassen nhaga’s, die hun hart laten verwijderen om daarmee hun onsterfelijkheid verkrijgen, heeft Ryun zijn hart echter nog. Hij is daardoor voor een nhaga bijzonder kwetsbaar en bovendien van veraf zichtbaar voor andere nhaga, die warmte zien. Het verhaal wordt uit verschillende perspectieven verteld: dat van het Noordelijke drietal in hun reis naar het zuiden en hun uiteindelijke terugkeer naar het noorden, dat van Ryun Fei die zoekt naar zijn redders en zich staande probeert te houden in het koude noorden, en dat van zijn nhaga-achtervolgers die proberen het hele plan te verhinderen.

De Koreaanse herkomst van De Hartelozen is meteen duidelijk. Veel van de tropes die in westerse fantasy zo alomtegenwoordig zijn (elfen en orks, swords and sorcery) kom je in dit boek niet tegen. In plaats daarvan presenteert het boek een radicaal matriarchale reptielensamenleving, Boeddhistisch-getinte religie, warmteziende en bijna dove nhaga’s, enorme zwaarbewapende vogelwezens met een zeer slecht humeur, enzovoort. Dit is een welkome frisse wind in een genre dat ironisch genoeg nogal eens behoorlijk fantasieloos weet te zijn. In welk westers boek vindt je nu een ontmoeting met een demonische, zelfbewuste waterval van lijken en lichaamssappen? Hiernaast zullen de Oost-Aziatische omgangsnormen, culturele verwijzingen, en schrijfstijl wellicht wennen zijn voor een westerse lezer, maar ook dit voelt toch vooral verfrissend.

Verder kijkend dan deze algemene punten over het karakter van het boek, wordt het beeld echter aanzienlijk negatiever. Het voornaamste probleem is dat het plot eigenlijk nergens toe leidt. De reddingsmissie wordt beschreven, maar echte progressie ontbreekt. We komen nauwelijks iets te weten over het waarom van de missie en het boek eindigt plotsklaps voordat de missie voltooid is. In plaats daarvan is de hoofdmoot van het boek een opeenvolging van losstaande episodes: een jachttocht om aan eten te komen, een uitstapje naar een ziggurat, een ontmoeting met een zelfverklaarde koning, en toen, en toen, en toen… Wellicht is dit het logische gevolg van de oorspronkelijke, episodische verschijningsvorm van het verhaal, maar als op zichzelf staand boek werkt deze verhaalstructuur absoluut niet. Vermoedelijk was het beter geweest om bijvoorbeeld het model van The Witcher te kopiëren. Andrzej Sapkowski publiceerde The Witcher aanvankelijk ook in losse stukken, maar The Last Wish, het eerste deel van de Witcher-saga, is een verwerking van die losse stukken tot een verhalenbundel. Dit is vervolgens aangevuld met een dun overkoepelend plot om alles aan elkaar te plakken. Het resultaat was in dat geval een overtuigend en vermakelijk werk dat voornamelijk om worldbuilding draaide en daarmee de basis legde voor de latere boeken. De Hartelozen, daarentegen, blijft hangen in opsommingen, waarbij je je als lezer afvraagt of het er nog een keer van komt met dat plot terwijl het boek wéér een zijspoor inslaat.
 
Ook zijn de personages niet altijd overtuigend. Neem Tynahan: een woeste, metershoge knokvogel met een nog langere speer, gevreesd door alles en iedereen als het summum van een krijger, maar die doodsbang is voor water mist toch aan overtuigingskracht. Hetzelfde probleem speelt met de tokkebi Biyeung: een gevreesde vuurmagiër die bijna alle problemen die de reddingsploeg in het boek tegenkomt makkelijk op zou kunnen lossen, maar dat weigert te doen omdat hij niet tegen bloed kan. Hij laat zichzelf en zijn vrienden liever sterven dan dat hij wat bloed laat vloeien. Wellicht is dit makkelijker te verteren voor iemand met meer affiniteit met Koreaanse cultuur en mythologie. De toon van het verhaal is dan weer erg wisselend. Het contrast tussen scenes waarin Keigan een of meerdere nhaga’s bruut afslacht, in stukken hakt, kookt, en opeet enerzijds, en scenes waarin de personages het ondenkbaar barbaars vinden om uit zelfverdediging iemand te doden anderzijds, wordt onder het tapijt geschoven. De scenes met de zelfverklaarde koningen zijn dan weer bijna slapstick, om onmiddellijk gevolgd te worden door bloedserieuze beschrijvingen van politieke gebeurtenissen in Kiboren en elders. Het komt allemaal nogal schizofreen over.

De Hartelozen is door het bovenstaande een vreemd boek, en daardoor ook lastig te beoordelen. Het is aan de lezer om te bepalen wat zwaarder weegt: de originaliteit (het boek is zoveel meer dan een culture-swapped versie van In de Ban van de Ring) op tegen de beroerde verhaalstructuur en inconsistente toon? In ieder geval is De Hartelozen een waardevolle introductie tot niet-westerse fantasy voor iedere lezer die hier nog geen ervaring mee heeft. Het laat zien dat er veel mogelijk is binnen het fantasygenre en we niet hoeven te blijven steken in westerse tropes. Dat is een grote toegevoegde waarde van De Hartelozen, ongeacht de minpunten.
 
3/5 sterren
 
Young-do Lee (vert. Mattho Mandersloot) – De Hartelozen (De Vogel die Tranen Drinkt 1)
Amsterdam: Luitingh-Sijthoff, 2024
ISBN: 9789021042015